In 2018 en 2019 zijn op Europees niveau twee richtlijnen aangenomen ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en de organisatie van de interne elektriciteitsmarkt:

  • richtlijn (EU) 2018/2001 van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen; 

  • richtlijn (EU) 2019/944 van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit.

Deze hebben als doel het aanpassen van het rechtskader voor het energiebeleid aan de uitdagingen van de energietransitie en het behalen van de klimaatverbintenissen van de Overeenkomst van Parijs.

De nieuwe Europese verplichtingen inzake elektriciteit en gas die voortvloeien uit de twee voornoemde richtlijnen werden omgezet in l’ordonnance du 19 juillet 2001de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en l’ordonnance du 1er avril 2004de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De elektriciteitsordonnantie erkent nu:

1) het bestaan van een nieuwe speler op de elektriciteitsmarkt: de energiegemeenschap

Een energiegemeenschap kan drie vormen aannemen: van burgers, hernieuwbaar of lokaal. Elke vorm onderscheidt zich door de activiteiten die de gemeenschap kan uitoefenen, de categorieën van personen die eraan kunnen deelnemen en de categorieën van leden die de controle over haar kunnen uitoefenen. 

In alle gevallen onderscheiden deze gemeenschappen zich van andere actoren doordat zij als hoofddoel hebben om milieu-, sociale en economische voordelen te bieden aan hun deelnemers en aan het Gewest. Een energiegemeenschap kan dus niet enkel en alleen maar winst nastreven.

Bovendien is de energiegemeenschap onderworpen aan het toekennen van een vergunning die door BRUGEL wordt afgeleverd mits wordt voldaan aan de in de ordonnantie bepaalde voorwaarden. Deze vergunning is geldig voor een periode van tien jaar, met mogelijkheid tot verlenging, te rekenen vanaf de datum van afgifte.

2) het recht van de eindafnemer om een actieve afnemer te worden

Deze actieve afnemer kan handelen op zichzelf of samen met andere actieve afnemers, zolang deze hetzelfde gebouw betrekken. Hij kan zelf elektriciteit produceren, opslaan en laten aankopen (deze activiteiten zijn niet nieuw, maar zijn nu opgenomen in de bepalingen van de ordonnantie).

Hij kan ook deelnemen aan energie-, flexibiliteits- en aggregatiediensten. Hij mag deze activiteiten uitoefenen op voorwaarde dat ze niet zijn voornaamste commerciële of professionele activiteit vormen.

In tegenstelling tot het energiedelen dat kan worden georganiseerd in het kader van een energiegemeenschap, vereist het delen van zelf geproduceerde elektriciteit onder actieve afnemers die gezamenlijk handelen geen voorafgaande oprichting als rechtspersoon of vergunning van BRUGEL, maar enkel een aangifte bij SIBELGA.

3) Peer-to-peer handel

Dit betreft de verkoop van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen onder actieve afnemers op basis van een contract dat vooraf vastgestelde voorwaarden bevat voor het automatisch uitvoeren en betalen van de transactie, dit hetzij rechtstreeks tussen de actieve afnemers, hetzij via een tussenpersoon.